vrijdag 22 april 2011

In de voetsporen van de big five… (Sien)


 En hier zijn we weer om jullie te vermaken met nog wat leesvoer ! We hebben weer heel wat in petto voor jullie, zoveel dat we ferm hebben geselecteerd zodat jullie niet de hele dag nodig hebben om dit verslag gelezen te krijgen (ok, ik geef toe misschien is dat ietsiepietsie overdreven). Het onderwerp betreft reeds heel wat dagen reizen, waarin we veel deden en zagen dus wees gewaarschuwd, lezen is op eigen risico, wij staan niet in voor de gevolgen (wat die dan ook mogen zijn, kwestie van het een beetje spannend te maken).


Zoals Joeri in ons vorig verslag al voorspelde (geef die jongen een glazen bol en hij wordt een perfecte waarzegger), hebben we rond Graskop een wandeling gemaakt en de dag erna zijn we gaan tuben. De wandeling was zeer mooi, we zagen heel wat dieren, kleine dieren, die je niet zou zien als je de weg op een andere snellere manier zou afleggen. Zo zagen we heel veel soorten kikkers, sprinkhanen, vlinders en vogels van klein tot groot, dik tot dun. We zagen zelfs een gifgroene slang (gelukkig was die klein en dun). Het einddoel, waar we gezwommen, gerust en gepicnickt hebben, was een grote, indrukwekkende waterval, de forest falls. Het is de enige waterval in de buurt die breder is dan hoog. ’s Avonds aten we nog een welverdiende pannekoek in het overbekende “Harries pancakes” in Graskop. Dat smaakte na zo’n actieve dag…


 De volgende dag vertrokken we ’s middags naar Sabie om te tuben, we stopten nog even bij de Macmacpools waar we genoten van een mooi uitzicht en kwamen toen aan bij bestemming. Na een stukje gereden te hebben in een jeep, vergezeld door drie banden en een gids, kregen we enkele instructies en plonsten we de rivier in. In de band ploeterden en dreven we verder. De gids vertelde ons onderweg interessante weetjes over de begroeiing en dieren, het weer was trouwens niet zo fantastisch die dag, maar nat werden we toch. Joeri is er in geslaagd om er zonder blutsen, krassen of valpartijen vanaf te komen. Ikzelf ben er ook vrij goed vanaf gekomen naar mijn normen. Slechts twee keer uit de band gedonderd en enkele krassen, schrammen en blutsen, een mens moet er iets voor over hebben om de avonturier uit te hangen. Het was een leuke ervaring en met een voldaan gevoel trokken we terug naar onze backpacker in Graskop om er onze laatste nacht te spenderen.

De volgende dag trokken we naar Hoedspruit langs het laatste stukje van de panoramaroute dat nog onbekend voor ons was. We zagen de Pinnacle (de schrijfwijze ontglipt mij), dat is een langwerpige rots die los van zijn omgeving in een dal staat. We reden verder en zagen er tussen de wolken door God’s window, een mooi uitzicht. Daarna zagen we nog twee stuks watervallen, heel mooie en hoge. Het scheelde niet veel of een reddingsactie moest op poten worden gezet om Joeri te redden, hij was namelijk bijna naar beneden gedonderd bij één van deze watervallen. 


Onderweg onderhandelden we bij de verscheidene kraampjes met de verkopers om souvenirtjes te veroveren (jaja mensen er zijn souvenirtjes, spannend…). Verder zagen we nog Bourke’s luck potholes, dit was zeker de moeite waard, het fenomeen is moeilijk te omschrijven in woorden maar hierbij zal ik toch een poging wagen. Het gaat om rotsen die door de rivier uitgesleten zijn in een ronde potvorm, de uitleg is waarschijnlijk nog niet zo klaar en duidelijk, maar de foto zal wel meer duidelijkheid scheppen. 


Daarna zagen we nog the three rondawels. Drie cilindervormige rotsformaties naast elkaar die op rondawels lijken. Nog wat verder zagen we de Blyde River canõn, de tweede grootste en de enige groene in de wereld (of dat maakten ze ons toch alvast wijs). Na nog enkele korte stops bij mooie uitzichten bereikten we onze backpacker, wat meer weg had van een trekkershut zoals wij dit kennen. We aten er ’s avonds in een plaatselijke bar/restaurant een Kudustoofpotjie, een nogal typisch gerecht hier. Na ons buikje rondgegeten te hebben en de douche een bezoekje gebracht te hebben, hield ik me nog bezig met foto’s selecteren (en dat zijn er heel wat!) waarna ik in mijn bedje kroop. Joeri hield zich ondertussen ook zeer nuttig bezig (of hij deed toch alsof).

De volgende dag (ondertussen al vrijdag) trokken we naar het grootste dierenrehabilitatiecentrum in Zuid-Afrika. Daar kwam net ook een groep anti-stropers in opleiding langs. Het bezoek was zeer interessant. We hoorden en zagen er de verhalen van de dieren, wat de problemen zijn om de dierenpopulatie in stand te houden enzoverder. Om maar een voorbeeldje te geven, in Krugerpark zijn er dit jaar al zo’n 70 neushoorns doodgeschoten, terwijl er dat vorig jaar in totaal zo’n 180 waren. Dit wil zeggen dat de stropers in die drie maanden al ferm hun best hebben gedaan. Verder zagen we beelden van dieren die in klemmen terecht komen, dieren die vergiftigd werden en noem maar op. Na de introductie gingen we het park in en ontmoetten we de dieren in levende lijve. Alle dieren die er waren hadden een verhaal te vertellen, wat de gids dan voor ons vertaalde. Hun verhaal ging over wat ervoor gezorgd heeft dat ze gewond raakten. Zo waren er heel wat vogels die tegen elektriciteitskabels of auto’s aangevlogen waren met geamputeerde vleugels. We konden er ook een cheetah, roofvogel en babyrhino aaien en een gier voederen (zware beesten zijn dat zo op je arm). Welke dieren er nog allemaal waren in het rehabilitatiecentrum? Heel wat roofvogels (gieren, arenden en nog een heel hoopje waarvan ik mij de naam niet meer herinner), cheetahs, luipaarden, leeuwen, babyrhino (die was vast komen te zitten in de modder in Krugerpark), wild dogs,…. 



Een heel interessante ervaring, zeker omdat we de volgende dag in Krugerpark zelf zouden rondtrekken. Na het bezoek aan het rehabilitatiecentrum gingen we nog even naar een natuurreservaat rond de Blyde River dam. Een indrukwekkende grote dam met een zeer mooie omgeving. Aan de ingang van het park vertelden ze ons nog het leuke verhaal dat er de vorige dag iemand in het water was gevallen. Nu, wij waren het gelukkig niet, want die dam was best hoog. We deden nog een wandelpoging, maar vonden op een bepaald moment geen pad meer, noch enige wegaanduiding, dus hebben we maar rechtsomkeer gemaakt gezien we ’s avonds in Krugerpark moesten staan en ons geen uur verdwalen konden veroorloven. 


Zo gezegd zo gedaan, vertrokken wij richting Phalaborwa van waaruit we Krugerpark zouden verkennen. We reden nog even langs één van de grootste en hele oude baobabboom, indrukwekkend, maar qua vorm leek het amper nog op een baobab. Het Krugerweekend hadden we op voorhand geboekt en we zagen er de meeste van onze huisgenoten van Pretoria terug. ’s Avonds praatten we wat bij, er waren ook drie studenten helemaal uit Kaapstad gekomen voor het weekend waar we kennis mee maakten. We kropen vroeg in bed, want de volgende dag moesten we er vroeg uit.

Zaterdag ging om 4u45 mijn wekker al af, jaja je leest het goed, 4u45 om ons om 5u15 aan de receptie aan te melden. Nog half slaperig hijsten we ons in de jeeps om te vertrekken voor de bushwalk. Na zo’n half uur rijden, stapten we uit om samen met twee goed bewapende rangers op pad te gaan. We trokken door de bushes op zoek naar sporen van dieren en de dieren zelf uiteraard. We zagen olifanten, zebra’s, kudu’s, een indrukwekkend olifantenkarkas, poemba’s (die van Timon en poemba, warthogs zoals ze hier zeggen) en dat was het zo’n beetje. De ranger zag in de verte nog een neushoorn, maar die zagen wij niet en toen we er naar op zoek gingen had die zich zeer goed verstopt blijkbaar (ongelofelijk als je weet hoe groot zo’n beest is). Veilig en wel kwamen we terug aan bij de jeep om terug koers te zetten naar Phalaborwa. Ondertussen kwamen we nog enkele giraffen tegen. In Phalaborwa rustten we wat aan het zwembad om daarna ons klaar te maken voor een avond/nachtsafari en bushbraai. Het was een zeer leuke ervaring om de dieren ook in het donker met lampen te spotten, we gingen op zoek naar hun ogen in het donker. We zagen enkele opvallende ogen van uilen en ook van kudu’s. De braai in het Krugerpark was heerlijk en de locatie was uiteraard op zijn minst uniek te noemen. We keerden terug naar onze hut in Phalaborwa om niet veel later in bed te kruipen om fit te zijn voor de dagsafari de volgende dag.



Om 5u30 stonden we deze keer paraat aan de receptie. Opnieuw klommen we in de jeep vol goede moed om de big five en veel meer te spotten. Ik zal even diep nadenken en opnoemen welke dieren we gezien hebben, hoewel ik er waarschijnlijk nog wel wat zal vergeten. We zagen heel veel giraffen, kudu’s, olifanten met kleintjes (waarvan één nogal kwaad was en ons wou aanvallen), leeuwen (zeven in totaal, indrukwekkende dieren), luipaarden (twee, hoewel ik er die dag maar één zag in een flits wandelen), veel buffels, blue wilderbeesten, impala’s, kameleon, steenbok, springbok, schildpadden, adelaars, gieren, reigers, ooievaar, krokodillen, nijlpaarden, grote duizendpoten en dus nog heel wat andere vogels en dieren waarvan ik mij of de naam niet meer herinner of die ik momenteel over het hoofd zie. Al bij al een geslaagde dag, hoewel we de big five nog niet helemaal gezien hadden, de neushoorn hadden we nog niet gezien.



Maar niet getreurd, Joeri en ik trokken de volgende dag nog eens door Krugerpark om ons lijstje te vervolledigen. En dat deden we ook. We zagen een neushoorn en konden zo officieel zeggen dat we de big five in Krugerpark hebben gezien. Het was overigens een succesvolle dag, we zagen opnieuw zo ongeveer alle dieren van de dag ervoor (behalve leeuwen) maar we zagen die dag ook duidelijk drie luipaarden, waarvan één druk bezig was met zijn prooi in de boom, één was aan het luieren in een boom en een andere zagen we zitten tussen het struikgewas.



Verder blokkeerden grote kudden buffels ons tweemaal de baan. We zagen ook wilddogs, wat we de vorige dag niet zagen. Toevallig of niet maar die dag zagen we ook heel wat mannen in uniform met geweren rondlopen en iets later hoorden we op de radio dat er die dag stropers opgepakt waren in Krugerpark. Buiten Krugerpark gekomen, reden we naar Nelspruit (een grotere stad hier) om er een nachtje te slapen.



 De volgende dag trokken we door Swaziland om ’s avonds in Hluhluwe te overnachten. Swaziland is op zijn minst een speciaal land te noemen. De koning kiest er elk jaar een nieuwe vrouw uit zo’n 8000 jonge meisjes die halfnaakt voor hem dansen op een bepaalde feestdag. Hij heerst er in absolute monarchie en daarover wil hij geen commentaar. Zo spendeerde hij evenveel geld om een privévliegtuig te kopen als het budget voor gezondheidszorg in een jaar. Het is verder ook het land met het hoogste aantal aidsgevallen in de wereld. Na enkele stempels bij te krijgen op ons passpoort trokken we Swaziland in. Veel geld wordt er duidelijk niet uitgegeven aan het wegendek. De weg was echt erbarmelijk, we twijfelden er zelfs even aan om terug te keren en rond Swaziland te rijden. Maar we hebben volgehouden en gelukkig werd het wegendek beter na het eerstvolgend stadje. Swaziland is een mooi land op zich met mooie landschappen, maar oogt arm. De mensen zijn er zeer vriendelijk en nog een groot voordeel was dat de benzine er goedkoper was. Overal zagen we borden om de inwoners te waarschuwen voor hiv en om hen aan te zetten om zich te laten testen voor aids. Opnieuw veilig en wel uit Swaziland geraakt reden we naar Hluhluwe om daar een nacht te verblijven om het park te verkennen.

Woensdag trokken we onze stoutste schoenen aan en besloten op eigen houtje het Hluhluwe-park in te trekken. We zetten onze beste paar ogen op om zoveel als mogelijk te zien. Ons lijstje dieren was iets korter dan in Krugerpark, gezien er nogal veel bomen en lang gras was waar de dieren zich maar al te graag in verstoppen (en gelijk hebben ze). We spotten veel zebra’s (waarvan enkelen vochten/speelden, ligt nogal dicht bij elkaar soms), een buffel die we zeer dichtbij zagen baden in een modderpoel, giraffen, impala’s, kudu’s, veel grote hyperactieve sprinkhanen, heel wat neushoorns (we waren vooral voor hen hierheen gekomen en ik was echt verbaasd van de lengte van die hoorns op hun neus), blue wilderbeasts, warthogs en dat was het wel zo’n beetje denk ik. Na enkele uren rijden in een toch wel warm weertje op een nogal hobbelige bobbelige baan trokken we het park uit richting St-Lucia. In St-Lucia zochten we een boot die ons rondvaarde om de talrijke krokodillen en nijlpaarden die hier zijn te bezichtigen. We zagen deze dieren van zeer dichtbij, we zagen talrijke nijlpaarden en krokodillen waaronder ook een babynijlpaard en een krokodil die een ferm stuk van zijn staart miste. De gids vertelde ondertussen nog heel wat interessante weetjes en verhalen over de dieren en we zagen onderweg ook heel wat vogels zoals een visarend die zijn prooi aan het verorberen was. ’s Avonds keerden we moe maar voldaan naar onze lodge terug om een uiltje te knappen.




Donderdag zetten we koers naar Durban. Onderweg hielden we nog even halt in Eshowe waar een bosreservaat was met een groot platform waar je in de boomkruinen kon wandelen. We maakten er nog een korte wandeling en hingen nog even de aap uit aan een liaan voordat we verder reden. 


In Durban was het plan om een middagje aan zee te luieren, maar de wolken beslisten daar anders over. Het alternatief plan was zeker ook niet slecht, we gingen naar één van de grootste shoppingscentra in het zuidelijk halfrond, zo’n mijl lang vertelden ze ons in de backpacker. Wij met ons beperkt budget (snifsnif) beperkten ons tot de nodige levensmiddelen en nog wat kleins (dat zien jullie wel eens we terug in België zijn, kwestie van de spanning er in te houden). De backpacker bood ’s avonds een braai aan, zeer leuk, we hoefden enkel voor ons eigen vlees te zorgen. Met een leuke avond sloten we deze leuke dag af…

Groetjes en tot binnenkort!

2 opmerkingen:

  1. Dag Sien en Joeri!

    Net jullie, inderdaad, uitgebreid reisverslag gelezen! Wow, ik ben onder de indruk van wat jullie allemaal gezien en gedaan hebben! Zo'n onvergetelijke momenten! Leuk om dat te kunnen volgen, jammergenoeg van op een verre afstand :) Mooie foto's ook!
    Ik ben al benieuwd om de levensechte verhalen te horen! Geniet nog volop van de laatste dagen en ik wens jullie nog een verdere fantastische en veilige reis!
    Liefs
    Kaat

    BeantwoordenVerwijderen