zondag 15 mei 2011

Terug in ons eigenste Belgenlandje (Joeri)

Na een korte nacht in Durban bezochten we een ‘pretpark’. Het ushaka-waterpark. Hier zagen we enkele vertoningen waarin dolfijnen of zeehonden de hoofdrol speelden. Er werd uitgelegd hoe de dieren leefden, communiceren en zwemmen. Dit alles op een zeer speelse en kinderlijke manier, ideaal voor mij dus. Sien heeft er ook van genoten. In het park was er ook een groot aquarium in de vorm van een schip. We zagen dieren waar we het bestaan niet van afwisten. Daarna konden we nog enkele uren in het water ploeteren en wat genieten van de zon. We hebben alle glijbanen uitgetest tot onze zwembroek tekens van uitputting vertoonde. Nadien reden we naar underberg, het zuiden van drakensberg. Een prachtige streek die natuur toont op zijn best. De volgende dag bezochten we dan ook de ‘sani pass’ een weg die de bergen in gaat tot in het land Lesotho. Met een volgeladen jeep en een enthousiaste gids trokken we de bergen in. Enkele uurtjes en grenscontroles later, konden we in het land met het  hoogste laagtepunt van de wereld rondreizen. Lesotho is een indrukwekkend land. Het is een land die beschermd werd door de Britten waardoor het tot op vandaag geen deel uit maakt van Zuid-Afrika. We mochten er binnen in het huis van een lokale vrouw, ze liet ons proeven van haar zelfgemaakt bier en brood. Daarna konden we nog iets drinken in de hoogste pub van Afrika en daarna begon de aftocht. ’s Avonds was het improviseren om een avondmaal te kunnen verkrijgen, iets verder in een hotel konden we eten maar dit bleek niet in ons studentenbudget te passen. We hebben het toch op een dealtje kunnen gooien en hebben zo lekker kunnen eten. De volgende dag reden we naar het noorden van drakensberg en stopten we in een museum die ons alles over muurtekeningen en het lokale volk vertelde.’s Avonds kwamen we aan in een groot, prachtige jeugdherberg waar we Alexander, onze huisgenoot tegenkwamen. De wereld is toch klein… zeker als je afspreekt. De volgende dag maakten we een prachtige wandeling en zagen we enkele prachtige watervallen en enkele muurtekeningen. De natuur was er prachtig, het is een beeld die me niet meer zal ontgaan. ’s Avonds konden we gezellig iets drinken aan de bar en afscheid nemen van het prachtige Afrika. 26 April was het dan zover, onze trip terug begon. Men pijn in het hart verlieten we Afrika maar toch was er heimwee naar het kleine België. Na een lange dag vol afscheid van mensen die ons 3 prachtige maanden hebben bezorgd, stapten we op een groot vliegtuig die ons 11uur later in Londen zou buitensmijten. In Londen moesten we niet lang wachten op onze vlucht naar België. Het is leuk om terug in België te zijn maar nu begint het echte werk… Afstuderen

vrijdag 22 april 2011

In de voetsporen van de big five… (Sien)


 En hier zijn we weer om jullie te vermaken met nog wat leesvoer ! We hebben weer heel wat in petto voor jullie, zoveel dat we ferm hebben geselecteerd zodat jullie niet de hele dag nodig hebben om dit verslag gelezen te krijgen (ok, ik geef toe misschien is dat ietsiepietsie overdreven). Het onderwerp betreft reeds heel wat dagen reizen, waarin we veel deden en zagen dus wees gewaarschuwd, lezen is op eigen risico, wij staan niet in voor de gevolgen (wat die dan ook mogen zijn, kwestie van het een beetje spannend te maken).


Zoals Joeri in ons vorig verslag al voorspelde (geef die jongen een glazen bol en hij wordt een perfecte waarzegger), hebben we rond Graskop een wandeling gemaakt en de dag erna zijn we gaan tuben. De wandeling was zeer mooi, we zagen heel wat dieren, kleine dieren, die je niet zou zien als je de weg op een andere snellere manier zou afleggen. Zo zagen we heel veel soorten kikkers, sprinkhanen, vlinders en vogels van klein tot groot, dik tot dun. We zagen zelfs een gifgroene slang (gelukkig was die klein en dun). Het einddoel, waar we gezwommen, gerust en gepicnickt hebben, was een grote, indrukwekkende waterval, de forest falls. Het is de enige waterval in de buurt die breder is dan hoog. ’s Avonds aten we nog een welverdiende pannekoek in het overbekende “Harries pancakes” in Graskop. Dat smaakte na zo’n actieve dag…


 De volgende dag vertrokken we ’s middags naar Sabie om te tuben, we stopten nog even bij de Macmacpools waar we genoten van een mooi uitzicht en kwamen toen aan bij bestemming. Na een stukje gereden te hebben in een jeep, vergezeld door drie banden en een gids, kregen we enkele instructies en plonsten we de rivier in. In de band ploeterden en dreven we verder. De gids vertelde ons onderweg interessante weetjes over de begroeiing en dieren, het weer was trouwens niet zo fantastisch die dag, maar nat werden we toch. Joeri is er in geslaagd om er zonder blutsen, krassen of valpartijen vanaf te komen. Ikzelf ben er ook vrij goed vanaf gekomen naar mijn normen. Slechts twee keer uit de band gedonderd en enkele krassen, schrammen en blutsen, een mens moet er iets voor over hebben om de avonturier uit te hangen. Het was een leuke ervaring en met een voldaan gevoel trokken we terug naar onze backpacker in Graskop om er onze laatste nacht te spenderen.

De volgende dag trokken we naar Hoedspruit langs het laatste stukje van de panoramaroute dat nog onbekend voor ons was. We zagen de Pinnacle (de schrijfwijze ontglipt mij), dat is een langwerpige rots die los van zijn omgeving in een dal staat. We reden verder en zagen er tussen de wolken door God’s window, een mooi uitzicht. Daarna zagen we nog twee stuks watervallen, heel mooie en hoge. Het scheelde niet veel of een reddingsactie moest op poten worden gezet om Joeri te redden, hij was namelijk bijna naar beneden gedonderd bij één van deze watervallen. 


Onderweg onderhandelden we bij de verscheidene kraampjes met de verkopers om souvenirtjes te veroveren (jaja mensen er zijn souvenirtjes, spannend…). Verder zagen we nog Bourke’s luck potholes, dit was zeker de moeite waard, het fenomeen is moeilijk te omschrijven in woorden maar hierbij zal ik toch een poging wagen. Het gaat om rotsen die door de rivier uitgesleten zijn in een ronde potvorm, de uitleg is waarschijnlijk nog niet zo klaar en duidelijk, maar de foto zal wel meer duidelijkheid scheppen. 


Daarna zagen we nog the three rondawels. Drie cilindervormige rotsformaties naast elkaar die op rondawels lijken. Nog wat verder zagen we de Blyde River canõn, de tweede grootste en de enige groene in de wereld (of dat maakten ze ons toch alvast wijs). Na nog enkele korte stops bij mooie uitzichten bereikten we onze backpacker, wat meer weg had van een trekkershut zoals wij dit kennen. We aten er ’s avonds in een plaatselijke bar/restaurant een Kudustoofpotjie, een nogal typisch gerecht hier. Na ons buikje rondgegeten te hebben en de douche een bezoekje gebracht te hebben, hield ik me nog bezig met foto’s selecteren (en dat zijn er heel wat!) waarna ik in mijn bedje kroop. Joeri hield zich ondertussen ook zeer nuttig bezig (of hij deed toch alsof).

De volgende dag (ondertussen al vrijdag) trokken we naar het grootste dierenrehabilitatiecentrum in Zuid-Afrika. Daar kwam net ook een groep anti-stropers in opleiding langs. Het bezoek was zeer interessant. We hoorden en zagen er de verhalen van de dieren, wat de problemen zijn om de dierenpopulatie in stand te houden enzoverder. Om maar een voorbeeldje te geven, in Krugerpark zijn er dit jaar al zo’n 70 neushoorns doodgeschoten, terwijl er dat vorig jaar in totaal zo’n 180 waren. Dit wil zeggen dat de stropers in die drie maanden al ferm hun best hebben gedaan. Verder zagen we beelden van dieren die in klemmen terecht komen, dieren die vergiftigd werden en noem maar op. Na de introductie gingen we het park in en ontmoetten we de dieren in levende lijve. Alle dieren die er waren hadden een verhaal te vertellen, wat de gids dan voor ons vertaalde. Hun verhaal ging over wat ervoor gezorgd heeft dat ze gewond raakten. Zo waren er heel wat vogels die tegen elektriciteitskabels of auto’s aangevlogen waren met geamputeerde vleugels. We konden er ook een cheetah, roofvogel en babyrhino aaien en een gier voederen (zware beesten zijn dat zo op je arm). Welke dieren er nog allemaal waren in het rehabilitatiecentrum? Heel wat roofvogels (gieren, arenden en nog een heel hoopje waarvan ik mij de naam niet meer herinner), cheetahs, luipaarden, leeuwen, babyrhino (die was vast komen te zitten in de modder in Krugerpark), wild dogs,…. 



Een heel interessante ervaring, zeker omdat we de volgende dag in Krugerpark zelf zouden rondtrekken. Na het bezoek aan het rehabilitatiecentrum gingen we nog even naar een natuurreservaat rond de Blyde River dam. Een indrukwekkende grote dam met een zeer mooie omgeving. Aan de ingang van het park vertelden ze ons nog het leuke verhaal dat er de vorige dag iemand in het water was gevallen. Nu, wij waren het gelukkig niet, want die dam was best hoog. We deden nog een wandelpoging, maar vonden op een bepaald moment geen pad meer, noch enige wegaanduiding, dus hebben we maar rechtsomkeer gemaakt gezien we ’s avonds in Krugerpark moesten staan en ons geen uur verdwalen konden veroorloven. 


Zo gezegd zo gedaan, vertrokken wij richting Phalaborwa van waaruit we Krugerpark zouden verkennen. We reden nog even langs één van de grootste en hele oude baobabboom, indrukwekkend, maar qua vorm leek het amper nog op een baobab. Het Krugerweekend hadden we op voorhand geboekt en we zagen er de meeste van onze huisgenoten van Pretoria terug. ’s Avonds praatten we wat bij, er waren ook drie studenten helemaal uit Kaapstad gekomen voor het weekend waar we kennis mee maakten. We kropen vroeg in bed, want de volgende dag moesten we er vroeg uit.

Zaterdag ging om 4u45 mijn wekker al af, jaja je leest het goed, 4u45 om ons om 5u15 aan de receptie aan te melden. Nog half slaperig hijsten we ons in de jeeps om te vertrekken voor de bushwalk. Na zo’n half uur rijden, stapten we uit om samen met twee goed bewapende rangers op pad te gaan. We trokken door de bushes op zoek naar sporen van dieren en de dieren zelf uiteraard. We zagen olifanten, zebra’s, kudu’s, een indrukwekkend olifantenkarkas, poemba’s (die van Timon en poemba, warthogs zoals ze hier zeggen) en dat was het zo’n beetje. De ranger zag in de verte nog een neushoorn, maar die zagen wij niet en toen we er naar op zoek gingen had die zich zeer goed verstopt blijkbaar (ongelofelijk als je weet hoe groot zo’n beest is). Veilig en wel kwamen we terug aan bij de jeep om terug koers te zetten naar Phalaborwa. Ondertussen kwamen we nog enkele giraffen tegen. In Phalaborwa rustten we wat aan het zwembad om daarna ons klaar te maken voor een avond/nachtsafari en bushbraai. Het was een zeer leuke ervaring om de dieren ook in het donker met lampen te spotten, we gingen op zoek naar hun ogen in het donker. We zagen enkele opvallende ogen van uilen en ook van kudu’s. De braai in het Krugerpark was heerlijk en de locatie was uiteraard op zijn minst uniek te noemen. We keerden terug naar onze hut in Phalaborwa om niet veel later in bed te kruipen om fit te zijn voor de dagsafari de volgende dag.



Om 5u30 stonden we deze keer paraat aan de receptie. Opnieuw klommen we in de jeep vol goede moed om de big five en veel meer te spotten. Ik zal even diep nadenken en opnoemen welke dieren we gezien hebben, hoewel ik er waarschijnlijk nog wel wat zal vergeten. We zagen heel veel giraffen, kudu’s, olifanten met kleintjes (waarvan één nogal kwaad was en ons wou aanvallen), leeuwen (zeven in totaal, indrukwekkende dieren), luipaarden (twee, hoewel ik er die dag maar één zag in een flits wandelen), veel buffels, blue wilderbeesten, impala’s, kameleon, steenbok, springbok, schildpadden, adelaars, gieren, reigers, ooievaar, krokodillen, nijlpaarden, grote duizendpoten en dus nog heel wat andere vogels en dieren waarvan ik mij of de naam niet meer herinner of die ik momenteel over het hoofd zie. Al bij al een geslaagde dag, hoewel we de big five nog niet helemaal gezien hadden, de neushoorn hadden we nog niet gezien.



Maar niet getreurd, Joeri en ik trokken de volgende dag nog eens door Krugerpark om ons lijstje te vervolledigen. En dat deden we ook. We zagen een neushoorn en konden zo officieel zeggen dat we de big five in Krugerpark hebben gezien. Het was overigens een succesvolle dag, we zagen opnieuw zo ongeveer alle dieren van de dag ervoor (behalve leeuwen) maar we zagen die dag ook duidelijk drie luipaarden, waarvan één druk bezig was met zijn prooi in de boom, één was aan het luieren in een boom en een andere zagen we zitten tussen het struikgewas.



Verder blokkeerden grote kudden buffels ons tweemaal de baan. We zagen ook wilddogs, wat we de vorige dag niet zagen. Toevallig of niet maar die dag zagen we ook heel wat mannen in uniform met geweren rondlopen en iets later hoorden we op de radio dat er die dag stropers opgepakt waren in Krugerpark. Buiten Krugerpark gekomen, reden we naar Nelspruit (een grotere stad hier) om er een nachtje te slapen.



 De volgende dag trokken we door Swaziland om ’s avonds in Hluhluwe te overnachten. Swaziland is op zijn minst een speciaal land te noemen. De koning kiest er elk jaar een nieuwe vrouw uit zo’n 8000 jonge meisjes die halfnaakt voor hem dansen op een bepaalde feestdag. Hij heerst er in absolute monarchie en daarover wil hij geen commentaar. Zo spendeerde hij evenveel geld om een privévliegtuig te kopen als het budget voor gezondheidszorg in een jaar. Het is verder ook het land met het hoogste aantal aidsgevallen in de wereld. Na enkele stempels bij te krijgen op ons passpoort trokken we Swaziland in. Veel geld wordt er duidelijk niet uitgegeven aan het wegendek. De weg was echt erbarmelijk, we twijfelden er zelfs even aan om terug te keren en rond Swaziland te rijden. Maar we hebben volgehouden en gelukkig werd het wegendek beter na het eerstvolgend stadje. Swaziland is een mooi land op zich met mooie landschappen, maar oogt arm. De mensen zijn er zeer vriendelijk en nog een groot voordeel was dat de benzine er goedkoper was. Overal zagen we borden om de inwoners te waarschuwen voor hiv en om hen aan te zetten om zich te laten testen voor aids. Opnieuw veilig en wel uit Swaziland geraakt reden we naar Hluhluwe om daar een nacht te verblijven om het park te verkennen.

Woensdag trokken we onze stoutste schoenen aan en besloten op eigen houtje het Hluhluwe-park in te trekken. We zetten onze beste paar ogen op om zoveel als mogelijk te zien. Ons lijstje dieren was iets korter dan in Krugerpark, gezien er nogal veel bomen en lang gras was waar de dieren zich maar al te graag in verstoppen (en gelijk hebben ze). We spotten veel zebra’s (waarvan enkelen vochten/speelden, ligt nogal dicht bij elkaar soms), een buffel die we zeer dichtbij zagen baden in een modderpoel, giraffen, impala’s, kudu’s, veel grote hyperactieve sprinkhanen, heel wat neushoorns (we waren vooral voor hen hierheen gekomen en ik was echt verbaasd van de lengte van die hoorns op hun neus), blue wilderbeasts, warthogs en dat was het wel zo’n beetje denk ik. Na enkele uren rijden in een toch wel warm weertje op een nogal hobbelige bobbelige baan trokken we het park uit richting St-Lucia. In St-Lucia zochten we een boot die ons rondvaarde om de talrijke krokodillen en nijlpaarden die hier zijn te bezichtigen. We zagen deze dieren van zeer dichtbij, we zagen talrijke nijlpaarden en krokodillen waaronder ook een babynijlpaard en een krokodil die een ferm stuk van zijn staart miste. De gids vertelde ondertussen nog heel wat interessante weetjes en verhalen over de dieren en we zagen onderweg ook heel wat vogels zoals een visarend die zijn prooi aan het verorberen was. ’s Avonds keerden we moe maar voldaan naar onze lodge terug om een uiltje te knappen.




Donderdag zetten we koers naar Durban. Onderweg hielden we nog even halt in Eshowe waar een bosreservaat was met een groot platform waar je in de boomkruinen kon wandelen. We maakten er nog een korte wandeling en hingen nog even de aap uit aan een liaan voordat we verder reden. 


In Durban was het plan om een middagje aan zee te luieren, maar de wolken beslisten daar anders over. Het alternatief plan was zeker ook niet slecht, we gingen naar één van de grootste shoppingscentra in het zuidelijk halfrond, zo’n mijl lang vertelden ze ons in de backpacker. Wij met ons beperkt budget (snifsnif) beperkten ons tot de nodige levensmiddelen en nog wat kleins (dat zien jullie wel eens we terug in België zijn, kwestie van de spanning er in te houden). De backpacker bood ’s avonds een braai aan, zeer leuk, we hoefden enkel voor ons eigen vlees te zorgen. Met een leuke avond sloten we deze leuke dag af…

Groetjes en tot binnenkort!

maandag 11 april 2011

Vakantie ( Joeri )

jaaja het is zover wij zitten in graskop, de panorama route om jullie nog wat meer jaloers te maken. Om iedereen te bedanken hebben we de laatste dagen maar liefst 10 cakes gebakken. De een met wat meer succes dan de ander maar uiteindelijk zijn we tevreden over het resultaat. Iedereen vond het lekker aangezien ze hier enkel cake kopen. We hebben dan ook aan iedereen het recept moeten schrijven, gelukkig kennen ze hier piet huysentruyt niet.
Het was dus een week waarin we voornamelijk afscheid namen van mensen. Elke dag gingen we naar een andere dienst om wat kliekjes te nemen en hen te bedanken. Donderdag moesten we dan onze valies maken. We konden de nodige spullen achter laten in het ziekenhuis. Aangezien we nu 3 weken rondreizen is het overbodig om alles mee te nemen. Vrijdag gingen we in volle verwachting naar budget cars om onze nieuwe wagen. We hadden een goedkope Chevrolet spark besteld die we ergens in centurion konden oppikken. Caspar, een vriendelijke huisgenoot, bracht ons daarheen en bleef er ( gelukkig) wachten. Toen we daar aankwamen wist niemand van onze komst en stond er geen auto klaar. Wat bleek, de firma had het verkeerde adres gegeven. We hadden zo’n 25km verder gereden dan nodig. Gelukkig waren ze zo vriendelijk om ons te komen halen en kon caspar naar huis. Eens aangekomen in het andere kantoor kregen we een betere wagen aangeboden, een paar klassen hoger voor dezelfde prijs. Wat schuldgevoel toch niet allemaal kan doen. De dag toen we wilden vertrekken merkten we echter dat die wagen begon te schudden eens we sneller dan 90km per uur reden, terugkeren dan maar. Weer een nieuwe wagen, een opel corsa deze keer. Uiteindelijk zijn we toch op weg geraakt richting de panorama route. Eerst zijn we gestopt in Cullinan Mine, een diamantmijn waar de grootste diamant van de wereld werd gevonden. Ook de zeldzame blauwe diamanten worden er gevonden. Na een interessante rondleiding kregen we hun collectie van sierraden te zien maar ons budget liet het niet toe deze leuke souvenirs mee te brengen. Het landschap hier is fantastisch, wanneer we van stad naar stad rijden, stoppen we om foto’s te trekken. We verbleven die nacht in Sabie, een heel gezellige en mooie backpacker, waar we helemaal alleen waren. We benutten er de pooltafel samen met onze huisbewaker zeg maar (we verloren allebei grandioos trouwens), maar tafelvoetballen deden we het uitstekend en wonnen we. We sliepen er geweldig goed, het was er dan ook zeer rustig. De volgende dag zijn we naar enkele grotten gegaan met allerlei stalagmieten en stalagtieten waar er vroeger mensen in leefden en waar er nu soms concerten gegeven worden. Zeer indrukwekkend en opnieuw prachtig om te zien.



Vandaag bezochten we enkele watervallen tussen de prachtige natuur in. De natuur was er indrukwekkend en morgen wandelen we er zo’n 5tal uur doorheen. We zijn ook langs een klein dorpje gereden, Pelgrims rest. Een dorpje waarin er vroeger veel goudzoekers verbleven. Veel meer dan enkele winkeltjes was er niet te zien. Toen we terug kwamen bij onze auto was deze wel proper gewassen, het enigste nadeel was dat er 2 mannen geld vroegen voor hun ‘diensten’. Ze hadden er namelijk ook voor gezorgd dat er niets mee ‘gebeurde’. Met wat kleingeld waren ze tevreden. Op onze terugreis naar de backpacker  werden we tegen gehouden door de politie. Blijkbaar hadden we niet gestopt voor een stopteken en werden we beboet voor 750 rand zo’n 75€. Gelukkig konden we na wat gepraat met een waarschuwing ervan tussenuit knijpen. De personen die voor ons reden ( die ook bij ons in de backpacker wilden verblijven) hadden iets minder geluk en werden voor dezelfde reden tegengehouden en beboet voor 1000 rand maar de agent was al tevreden met 100 rand die hij in zijn eigen broekzak stak. In de backpacker vertelden ze ons dat die agenten waarschijnlijk honger hadden en zo een centje bij probeerden te verdienen voor zichzelf.
Zoals vermeld, gaan we morgen wandelen langs een rivier en rondom een waterval. Woensdag halen we onze avontuurlijke kant boven en gaan we  tuben (met een rubberen band een rivier afvaren). Al deze wilde avonturen kunnen jullie ergens de komende tijd op jullie puntje van jullie stoel lezen in ons volgend blogbericht!

dinsdag 29 maart 2011

Underground (Sien)

Dag trouwe lezers!

Met enkele dagen vertraging, een splinternieuw blogbericht speciaal voor jullie bedacht en geschreven, rechtstreeks over laten vliegen naar jullie computerscherm in België (of elders op deze aardbol, voor de wereldburgers onder ons) zodat jullie onze avonturen hier kunnen meebeleven! De vertraging is trouwens niet te wijten aan ons of onze onhandigheid, maar aan het feit dat we maar beperkt internet hebben hier en onze limiet overschreden hadden (8GB voor zo’n 8 mensen is blijkbaar niet voldoende…). Nu hebben we één hele volledige extra GB bijbetaald om ons weer te kunnen uitleven op internet!

Zo, dat gezegd zijnde, vorige week was een zeer korte maar krachtige stageweek, welgeteld drie stagedagen van 7u ’s morgens tot en met 18u ’s avonds. Lange dagjes, maar daarom niet minder interessant. Wat we daar al die tijd doen? Medicatie klaarzetten en uitdelen, verslag van de patiënten om de twee uur schrijven, progress reports (een formulier waarbij men elke vijf dagen de patiënt “scoort” om zijn vooruitgang in beeld te brengen), opnamen en ontslagen, gesprekken met patiënten, eten, groepsessies volgen,… en zo is onze dag ongeveer gevuld. Verder houden Zuid-Afrikanen duidelijk van feestjes, zelfs in de ward mag er wel eens gefeest worden. In die korte stageweek van drie dagen, heb ik welgeteld 3 maal cake, frisdrank en andere ongezonde, maar lekkere zaken gegeten en gedronken, elke reden is goed genoeg om cake te kopen of maken. Maandag, vrijdag en zondag werkten we hard voor school, afwisselend met een sprongetje in het zwembad als het weer het toeliet (zondag was dat jammergenoeg niet het geval). Zaterdag zijn we er even tussenuit geknepen om ons bijna zo’n hele dag onder de grond te begeven. We bezochten enkele grotten, de eerste was een grot waar men onder andere prehistorische skeletten gevonden heeft, waaronder Mrs. Ples die zo’n 2 miljoen jaar oud is. De trappen en gangen waren soms amper doorgangen te noemen, maar we hebben (zelfs zonder vallen tot mijn eigen verbazing, want er kwam nog eens bij dat het glibberig was ook) heelhuids (uitgezonderd één schrammetje in mijn geval, een hele prestatie) de uitgang van de grot bereikt.
Daarna bezochten we naar Maropeng, een soort interactief museum over het ontstaan van de wereld en mens, tot de wereld, mens en maatschappij zoals die nu is. Het museum was mooi in elkaar geflanst en interessant om te zien. Er was zelfs een boottochtje door de vier natuurelementen en een zeer rare tunnel die de oerknal moest voorstellen en waar alles leek te draaien (Joeri had daar vreemdgenoeg geen last van, maar tussen ons gezegd en gezwegen, hij heeft gewoon vreemde ogen). Iets wat niet alleen wij, maar ook onze portefeuille, zeker meer dan aangenaam vonden, was dat we op één of andere manier gratis dit museum hebben bezocht.

Daarna zochten we een tijdje naar een druipsteengrot, genaamd de Wondercave. Dat bleek in een Lion and Rhinopark te zijn, waar we reeds langsgereden waren en nooit gedacht hadden dat die grot zich daar zou bevinden. Nu, we hebben hem uiteindelijk gevonden en goedgekeurd! De grot zelf was niet zo groot, maar er waren heel mooie en grote druipsteenformaties. We kregen er nog wat uitleg voorgeschoteld door een enthousiaste gids onder andere over de verschillende stalagmieten en stalactieten en hun speciale vormen (wat zien jullie bijvoorbeeld in de druipsteenformatie van de derde foto?). 





Verder maakte de gids ons nog wat bang voor de vleermuizen die er rondvlogen en voor de lift (die hij plots liet stoppen om te lachen met de arme toeristen hun reactie). Gisteren en vandaag waren opnieuw stagedagjes voor ons, tot 17u nu. Op dienst was het afwisselend hectisch en rustig. Vanmorgen kwam ik wel tot de onaangename verrassing te staan dat een jonge patiënt in een coma is terecht gekomen enkele uren voor ik op dienst kwam doordat hij drugs gebruikt had in combinatie met medicatie waarmee dit absoluut niet mag. Zeker als die jongen de dag ervoor nog mopjes vertelde en voluit aan het lachen was met zijn vrienden, is dit wel even schrikken. Verder verliep alles goed op stage tot nu toe en we hebben weer volop internet om jullie op de hoogte te houden, dus tot hoors/ziens/typs!

Sien en Joeri

maandag 21 maart 2011

Opnieuw wat werken ( Joeri )


Na een prachtige week in Kaapstad, mochten we weer stage lopen. Als het van ons afhing bleven we in Kaapstad, het weer is er veel beter dan hier. De afgelopen week hebben we hier opnieuw enkele hevige stormen gekend. In 10 minuten tijd valt er genoeg water uit de lucht om ons terras onder water te zetten.
Deze week zijn we beiden veranderd van dienst. Sien loopt nu stage op ward Disa, een dienst voor mannelijke patiënten en ik op Camellia waar vrouwelijke patiënten verblijven. Het verschil is duidelijk merkbaar. Vrouwelijke patiënten praten veel meer en maken meer contact dan mannen. Je moet ook meer grenzen stellen want anders voegen ze je allemaal toe op facebook. We hebben dus gewerkt tot vrijdag. Op vrijdag hadden we een dagje vrij waarop we ons vooral op ons schoolwerk hebben gestort. Over de middag zijn we wel even gaan kijken naar de Union buildings hier in pretoria. Omdat we vonden dat we een beloning verdienden zijn we ’s avonds naar de cinema geweest en hebben we de film Rango bekeken. Grappige film maar weinig inhoud, exact wat we nodig hadden.





In het weekend moesten we werken, van 7u ’s ochtends tot 18u om exact te zijn. Een zwaar weekend dus die beloond werd met een vrije dag vandaag. Sien heeft veel gewerkt voor school vandaag en ik heb wat gefluimd ( luieren in het hollands ). Niet gevreesd dit weekend heb ik voldoende gelegenheid gehad om op mijn stage zelf verder te werken aan mijn opdrachten, veel werk was er niet, veel patiënten gaan op ‘daypass’ (bij Sien was het wel nogal druk). Het was een mooi weertje vandaag dus we hebben wat kleur bijgekregen en onze reis voor na onze stage wat gepland.

zondag 13 maart 2011

« Wij hebben daar poppen voor… » (Sien)

Deze week hadden wij het genoegen om Kaapstad te verkennen. Onze eerste twee dagen daar zijn al uitvoerig beschreven in het vorig verslag. Maandag vertrokken wij ’s middags naar de haven om de boot te nemen naar Robbeneiland. Daar kregen we een zeer interessante rondleiding van een ex-gedetineerde. We zagen de cel waar Nelson Mandela jaren heeft vastgezeten en ook heel wat andere cellen met aangrijpende verhalen over de gedetineerden. Wij vonden het wel verbazingwekkend dat iemand die zelf vastgezeten heeft op Robbeneiland nu nog elke dag hier komt, toeristen rondleiden en verhalen verteld over de tijd toen. Na de gevangenis bezocht te hebben, zagen we nog het laatste gebouw dat was overgebleven uit de tijd dat melaatsen naar dit eiland werden gebracht (ze hadden alle andere gebouwen vernietigd uit angst dat de ziekte zich opnieuw zou verspreiden). We zagen ook de groeve waar de gedetineerden moesten werken en nog enkele andere plaatsen. ’s Avonds kregen we een uitnodiging van een KHBO’er (Korneel) die in Camps Bay lesgeeft om iets te gaan eten en drinken. Zo belandden we in Camps Bay, een plekje met een mooi strand en gezellige terrasjes.
Dinsdag gingen we onze wijnkennis verruimen op een wijntoer. We bezochten vier befaamde wine estates en behalve wine tasting was er ook een cheese tasting. Onze smaakpapillen zijn die dag verwend geweest, de Zuid-Afrikaanse wijnen en kaas die we proefden zijn meer dan goed gekeurd. Onze gids was zo’n beetje knettergek, maar dat zorgde voor extra plezier. Hij speelde loeiharde Zuid-Afrikaanse muziek (lijkt een beetje op schlagers, maar dan in het Zuid-Afrikaans, joepie) in de auto. Hij gaf tijdens de autoritten tussen de wine estates door uitleg over plaatsen waar we langs kwamen en ook op de wine estates zelf deed hij goede pogingen om onze wijnkennis te verruimen (zijn familie maakt al jaren wijn, dus hij kende er wel wat van). Tijdens onze rit viel het ons op dat er wanneer er wegenwerken zijn, telkens voor en na de werken iemand met een rode vlag staat te zwaaien. Bij ons zie je dat soms ook, maar dat zijn dan poppen en geen echte mensen (en toen werd de titel van dit verslagje geboren). Toen ik dit aan de gids zei, moest hij enorm hard lachen. Na deze geslaagde wijntoer, belde Alwyn (de Zuid-Afrikaanse “papa” van Kaat vorig jaar) om ons ’s avonds mee te nemen naar… (ergens, we wisten niet juist waar). Hij bracht ons naar enkele mooie uitzichtpunten in en rond Kaapstad, waar we de zonsondergang in volle glorie konden bezichtigen.



De volgende dag was een rustdagje voor ons, we gingen normaal gaan surfen, maar er waren niet zoveel golven die dag, dus hebben we in plaats wat aan het zwembadje in de backpacker uitgerust. We brachten het stadium ook een bezoekje. Een indrukwekkend gebouw, dat jammergenoeg niet zoveel meer wordt gebruikt (het wordt nog gebruikt, enkele weken geleden was er een U2 concert). Ook al is er een evenement, dan zijn er nog veel zalen die niet in gebruik zijn. We zagen de kleedkamers, badkamer, presidentiële suites,… (allemaal heel luxueus). Het was wel opvallend dat een hele reeks stoelen ontbrak. De gids vertelde dat dit kwam omdat de FIFA hen verplichtte nog meer stoelen in het stadium te hebben, daar had Zuid-Afrika geen geld meer voor. Daarom hebben ze stoelen geleend van een bedrijf in Duitsland en nadien moesten ze deze teruggeven. De FIFA verplichtte hen ook om een politiekantoor met cellen in te richten in het stadium zelf, ze hebben hier tijdens de wereldbeker slechts twee mensen (een journalist en fan) moeten opsluiten. Wel eens interessant om te horen hoe dat allemaal in zijn werk gaat en wat voor macht FIFA uitoefent.
Donderdag huurden we een auto voor een dag en reden we helemaal naar het zuidelijkste puntje van Zuid-Afrika. In Hout Bay een gezellig havenstadje, namen we een bootje naar een robbenkolonie, we aten er ook voor het eerst snoek (een typische vis hier, zeer lekker). Daarna gingen we via Chapman’s Peak drive (een mooie panorama-route) naar Simon’s Town, waar zich iets verder een pinguïnkolonie bevindt. Zeer grappige beestjes J. We reden zo door naar het nationaal park om uiteindelijk terecht te komen op Cape Point. We maakten er een wandeling naar een vuurtoren die op het puntje van een rots stond, het uitzicht was er prachtig. Daarna gingen we naar de Cape of Good Hope (het zuidelijkste puntje). Onderweg kwamen we struisvogels tegen en ook bavianen. Op de terugweg reden we nog langs enkele havenstadjes om zo terug in onze backpacker aan te komen.



Vrijdag, onze laatste volle dag in Cape Town snifsnif L. Het belooft een zeer drukke dag te worden. We trokken eerst naar de Castle of Good Hope, waar zich interessante museums bevinden over de geschiedenis van Cape Town en behalve dat is er ook een mooi uitzicht op de Tafelberg. We trokken naar de Tafelberg met één van de Zuid-Afrikaanse busjes die de lokale bevolking hier meestal gebruikt om zich te verplaatsen. Na een hele lange tijd wachten, konden we naar boven met de kabelbaan (wegens tijdsgebrek, detailkaart-gebrek en aangepastschoeisel-gebrek, waagden we het niet om te voet naar boven te gaan). Daar liepen we rond en genoten we van prachtige uitzichten. We namen opnieuw een busje naar het station om met de trein naar Muizenberg te vertrekken. In Muizenberg deed ik surfpogingen en surfte Joeri (tot hij te kampen kreeg met krampen).  Daarna namen we de trein terug naar Cape Town om iets later naar een braai te vertrekken waar we terecht kwamen via Korneel. Het was een gezellige braai, met verschillende nationaliteiten (maar toch vooral Nederlanders, we merkten op dat je twee zaken overal tegenkomt: Nederlanders en Crocs) in een soort studentenhuis. Daarna gingen we nog mee naar Camps Bay om Joeris verjaardag te vieren.

Zaterdag, Joeri’s verjaardagdag! Ik had een ontbijtje geregeld voor hem via iemand van de backpacker (gezien het moeilijk was om weg te glippen zonder dat hij iets zou doorhebben). Daarna vertrokken we rond de middag naar de luchthaven om ons vliegtuig te nemen naar Johannesburg. Het werd een vliegreis met een heel interessante bezighouding: slaap. Eénmaal terug in Pretoria, duurde het niet lang of de gasten voor de braai kwamen aan. Onze huisgenoten hadden een braai georganiseerd voor Joeris verjaardag en tickets voor Goldfish (een band die hier optrad in Hattfield). Zondag, vandaag dus, hebben we uitgeslapen en gewerkt voor ons favoriet schooltje. Morgen vliegen we weer volop in de stage voor een weekje!

zondag 6 maart 2011

Stilte na de storm ( Joeri )

Na een slopende stageweek zijn we vertrokken naar kaapstad.
Dinsdag hadden we een dagje vrij, tijd om eens wat te werken voor school, jammer genoeg. Op onze stageplaats verwachten ze ook dat we bepaalde verslagen maken of teksten lezen. Tel daar de opdrachten voor school  en ons eindwerk bij dan kom je aan hoop werk. Veel tijd om uit te gaan of de streek te zien hebben we dus nog niet gehad.
Woensdag en donderdag mochten we de sessie ‘Trauma Recovery’ begeleiden. Dit was voor ons beide een uitzonderlijke ervaring. De verhalen die daar werden gedeeld zijn ondenkbaar in België. De dag nadien ( donderdag ) kon de therapeut niet op tijd bij de sessie zijn waardoor wij het eerste uur de sessie alleen mochten geven. Spannend maar het was een succes, zowel de patiënten als wij leerden veel bij. Diezelfde dag, tussen de elektriciteitspannes door werden we geëvalueerd. Alles verloopt volgens hen goed en ze zijn tevreden over ons werk, volgend jaar hebben we hier een job.
Na onze werkuren werkte Sien wat voort aan haar opdrachten en ben ik gaan voetballen met wat locale mensen. In het begin keken ze wat achterdochtig maar toen we vroegen om mee te doen was alles oké. Omdat voetbal hier de sport is voor zwarten en rugby of cricket voor blanken vonden ze het leuk om eens met blanken (die niet kunnen voetballen) te spelen.

Vrijdag was een normale stagedag waarin we ons vooral aan het voorbereiden waren op de volgende dag. Zaterdag zijn we vertrokken naar Kaapstad. Onze vlucht vertrok om 7u in de ochtend dus stonden we op om 3u30 ’s nachts. Iets wat we normaal niet graag doen maar voor deze gelegenheid vormde dit niet echt een probleem. Op de Afrikaanse manier ( Achteraan in de laadbak van een pickup) reden we naar de luchthaven. Half bevroren kwamen we aan toen Sien besefte dat ze haar pasport niet bij had. Paniek! Gelukkig hebben we altijd een kopie van ons passport bij en konden we bij het politiekantoor dit kopie officieel laten maken. Met de hulp van Sien haar overtuigingskracht en (vooral) een agent die een oogje dichtkneep.

Aangekomen in kaapstad werden we door iemand van onze hostel opgewacht en gebracht naar het BIG BLUE backpackers hostel. Een gezellig jeugdhotel dat onze verblijftplaats is voor de volgende 7 dagen. Na uitpakken van onze valiezen verkenden we Waterfront en het centrum waar we lastig werden gevallen door bedelaars. ’s Avonds bleven we aan de bar plakken van de hostel en hebben we enkele toffe mensen leren kennen die de volgende dag doorreisden.
Na een lange nacht waarin we niet veel hebben kunnen slapen gingen we wat rondwandelen in Waterfront, een zeer toeristische streek met veel shops, straatartiesten, boten en andere toeristische attracties. We hebben ook het Two oceans Aquarium bezocht waar we meer vissen en zeedieren zagen dan we konden hopen. Om af te sluiten hebben we een boottocht gemaakt van een uur. We zagen kaapstad van op zee en kregen enkele prachtige uitzichten voorgeschoteld. Op onze terugkeer kregen we ook bezoek van enkele dolfijnen maar dit konden we jammer genoeg niet vastleggen op foto.
Vanavond rusten we wat uit in onze hostel want morgen wordt opnieuw een drukke dag waarin we het wereldbekende robbeneiland bezoeken.